Naam / Beschrijving:

Wari, of oware, is een eeuwenoud spelletje, dat zijn oorsprong kent in Afrika. Van daaruit heeft het zich verspreid over grote delen van de wereld. Het spel is echter vooral bekend in West-Afrika, Zuid-Amerika en het Caribisch gebied. Wari is een leuke aanvulling op de rekenles omdat er eenvoudige tel- en rekenvaardigheden mee kunnen worden getraind.

Wat is er nodig:

  • 1 eierdoos met 2 x 6 vakjes
  • twee kleuren verf
  • kwast
  • schaar
  • 48 gedroogde bonen of andere grote zaden zoals eikels, hazelnoten, vruchtenpitten, etc

Achtergrond / (Kern-)doel:

Kerndoel 27 — basisbewerkingen optellen en aftrekken — onderhouden en toepassen van de optel- /aftrektafels

Het doel van het spel is om meer zaden te verzamelen (of 'oogsten') dan de tegenstander. De winnaar is de speler die aan het eind van het spel 25 of meer zaden heeft veroverd.

De spelers zitten tegenover elkaar en hebben ieder een rij van zes vakjes tot hun beschikking. Het spel start met 4 zaden in elk vakje.

Regel 1: zaaien
De spelers nemen om de beurt alle zaden uit een (eigen) vakje en zaaien die vervolgens tegen de klok in weer uit. In elk vakje moet een zaad worden gelegd, net zolang tot de hand leeg is. Is het laatste vakje op de eigen 'grond' bereikt, dan wordt doorgezaaid in de grond van de tegenstander.

Regel 2: oogsten
Ligt het laatste vakje waar in wordt gezaaid op grond van de tegenstander en komt het totaal aantal zaden daarin uit op 2 of 3, dan mag de inhoud van dat vakje worden leeggehaald. Ook alle (aaneengeschakelde) voorgaande vakjes met 2 of 3 zaden mogen worden geleegd. De buit is voor de speler die aan zet was.

Regel 3: de Kroo
Het kan voorkomen dat er in een vakje 12 of meer zaden liggen. Dit vakje, de Kroo genaamd, maakt het mogelijk om het hele bord rond te zaaien. Sla in dat geval de Kroo zelf over.

Regel 4: voeden
Als de vakjes van de tegenstander leeg zijn, moet de andere speler, indien mogelijk, voor een zet kiezen die ervoor zorgt dat de tegenstander weer minstens één zaad in een vakje krijgt.

Aan het werk...

1. Knip het deksel en eventuele uitstekende randen van de doos.
2. Verf de twee rijen van zes vakjes ieder in een kleur naar eigen smaak.
3. Laat de doos een dag drogen.
4. Het spel kan beginnen ...

Bijzonderheden:

In plaats van zaden kunnen ook andere objecten zoals steentjes, schelpen, knikkers of munten dienst doen als speelstukken.

Interessant om te weten:

Wari behoort tot een speltype dat ook wel algemeen met mancala wordt aangeduid. Bij alle mancala-spellen moeten de spelers speelstukken verspreiden over een bepaald aantal vakjes en daarbij zoveel mogelijk stukken veroveren. Meestal wordt er gespeeld op een houten bord met uithollingen, maar bij gebrek aan een bord worden ook wel gewoon holletjes uitgegraven in de aarde.

Bij de meerderheid van de mancala-spellen worden zaden gebruikt als speelstukken. Vooral populair in Afrika en de Caraïben zijn zaden van de struik caeselpinia bonduc, caeselpinia major of caeselpina cristata. Deze zaden, in het Engels ook wel nickernuts genoemd (naar het Nederlandse woord 'knikker'), zijn keihard en glad en bovendien oneetbaar. Uitstekend materiaal voor een spelletje dus.

Verdere informatie:

Spelregels:
www.oware.org

Online spel:
www.awale.info